>> Hoe moet je ‘overleven’ als sportbeoefenaar wanneer alle infrastructuur gesloten is én alle wedstrijden tot onbepaalde datum uitgesteld zijn?
“Wie houdt er zich NU met sport bezig? Hebben we niks beters te doen?”, hoor ik sommigen al vragen. Welnu, sport is life voor héél veel mensen, en voor véél meer mensen dan de goegemeente vermoedt. Ook topsport is géén frivoliteit, zelfs niet in deze (oorlogs)tijden. Panem et circenses, dat wisten ze bij de Romeinen al. Het is allicht geen toeval dat het de eerste keer sinds WO I is dat dé wielerhoogmis, de Ronde van Vlaanderen, niet (op de voorziene datum) kan doorgaan. Sport en bij uitbreiding bewegen is goed voor de gezondheid, dat weet ondertussen ook onze kleinste teen, maar sport is ook social life voor zovelen: hoeveel voetbalfans en cyclocrossliefhebbers kijken niet een ganse week uit naar hun heilige zondagnamiddag? Hoeveel jeugd in sportclubs en hoeveel fitnessfreaks kwijnen nu in hun zetel wel niet weg van eenzaamheid? Sport is zich goed voelen, is afleiding en uitlaatklep, is welzijn en daardoor ook ongetwijfeld ook fysieke gezondheid, incl. een verbeterde immuniteit. Ik hoop dat onze heren en dames politici en virologen hiervoor ook oog blijven houden en met name sportcompetitie, van welk niveau dan ook, zo snel mogelijk enigszins laten hervatten.
Darwin sprak ook over survival of the fittest. Nee, niet degene die het langste kon lopen of het verste kon springen, maar degene die zich het beste kon aanpassen. En dat is wat we ook nu weer moeten doen. In mijn boek, ondertussen al 8 jaar geleden uitgegeven, schreef ik in het tweede van mijn vier hoofdstukken over het belang van concrete doelstellingen (SMART goals). Wat doe je echter als die wegvallen? Wat doe je als je marathon afgelast wordt, of uitgesteld tot ongekende datum? Wat doe je als je als zwemmer je favoriete sport niet eens nog kan beoefenen? Hoe spring je daarmee om? Hoe pas je je aan in tijden dat onzekerheid nog de enige zekerheid is die je hebt? Hoe blijf je ‘fit’? Of hoe kan je misschien zelfs nog ‘fitter’ uit de quarantaine komen?
Ziehier 10 tips voor doorgewinterde en minder fanatieke atleten en hun trainers om er het beste van te maken.
1. Draai de knop om.
Als alles in het honderd loopt en je plannen – vb. ook door een blessure of ongeval – gedwarsboomd worden, moet je – zoals ik het in het vierde hoofdstuk van mijn boek genoemd heb – in ‘overlevingsmodus’ gaan. Je moet je perfectionisme effe laten varen, het schema van je trainer even terzijde leggen en doen waar jij je goed bij voelt, wat jou instantaan gelukkig maakt. Ik bedoel niet dat je in de drank moet vliegen of het samenscholingsverbod met voeten moet gaan treden (manieren waarmee je jezelf en/of anderen vroeg of laat in de problemen brengt), al kan het wel ontzettend deugd doen om eens te bellen met een vriend, eens flink te wenen of een flesje te kraken. Wees daarin jezelf. Geef jezelf de tijd om de situatie te verwerken en eventjes ongelukkig te zijn: daarop heb je recht. Al heb je ook de plicht om je op tijd te vermannen: stel jezelf desnoods een deadline om jezelf weer bijeen te rapen.
2. Iets is beter dan niets.
Als de fitness en het zwembad dicht zijn – toevallig twee zaken waar ook ikzelf niet bepaald vrolijk van werd in afgelopen dagen – dan zijn ze dicht en moet je op zoek naar een alternatief. En niet iedereen heeft een eigen home gym, een eigen zwembad of zelfs een tuin. Waar een wil is, is echter een weg. Alles om je ‘conditie’ (een woord dat ik eigenlijk niet graag gebruik, want het gaat niet altijd louter over uithouding) te onderhouden (of misschien zelfs te verbeteren) is goed, en in elk geval veel beter dan niks. Je kan immers ook altijd heel wat ‘conditionele transfer’ tussen verschillende activiteiten verwachten: er is heel wat kruisbestuiving te verwachten tussen fietsen en zwemmen, want het zijn allebei duursporten. Misschien kan je de ‘conditie van je bovenste ledematen’ onderhouden door daarnaast ook nog wat krachttraining voor de armen te blijven doen: door gebruik van eigen lichaamsgewicht (vb. push-ups), door gebruik te maken van de toestellen in de plaatselijke Fit-O-Meter (zo lang je daarvan nog mag gebruik maken) of een flinke boomstronk in het achterliggende bos.
3. Less might be more.
Als je een doorgewinterde atleet bent, moet je ook geen schrik hebben om eventjes minder te trainen. Misschien ben je ook wel een beetje ‘down’ en heb je er effe helemaal geen zin meer in: het kan heus geen kwaad. Als je wedstrijd uitgesteld is, dan moet je immers ook je conditiepiek zien uit te stellen: daarvoor zal een zekere deconditionering (of ‘detraining’) dus zelfs nuttig zijn. Niemand kan zijn topvorm maandenlang vasthouden: de bladeren aan de bomen zijn ook geen heel jaar groen. Hoewel het doorgaans wenselijk is om zo ‘gericht’ mogelijk te trainen (een zwemmer moet zwemmen, een loper moet lopen: de wet van specificiteit van training), is het in deze omstandigheden dus ook verre van slecht om tijdelijk ‘alternatief’ te trainen. In meer algemene en technische termen: als je nu al bezig was aan je Specifieke Voorbereidingsperiode, dan moet je nu de trainingsvormen uit je Algemene Voorbereidingsperiode opnieuw aan bod laten komen gedurende enkele weken. Je kan ook ‘golfvormig’ gaan periodiseren: dat is wat men in het voetbal gewoon is van te doen en waarbij alle prestatiebepalende eigenschappen beurtelings aan bod komen. Je kan dan alternerend een specifieke en een algemenere trainingsvorm inplannen. Was je voor een voorjaarsmarathon aan het trainen, dan train je geen 2 x per week meer lange intervals (lactaatsuppressie, intensief-aërobe energielevering), maar hoogstens 1 x per week, gecombineerd met 1 intervaltraining per week i.f.v. lactaatproductie (korte intervals met relatief veel rust, anaërobe energielevering).
4. Overdrijf niet met activiteiten die je niet gewoon bent.
Ook als je een minder fanatieke sportbeoefenaar bent zijn er grenzen. De combinatie van de zich ontluikende lente, het verplichte thuiswerk en de gesloten faciliteiten nodigen velen uit om te gaan joggen, maar als je dat niet gewoon bent dan doe je dat beter niet meteen dagen achter elkaar. Dat is het recept voor overbelastingsletsels, nog vóór de eerste quarantaineweek een feit is. Hou je aan het in de trainingsleer heilige getal DRIE: 3 x per week joggen (of welke sport dan ook). Ga om de andere dag joggen en wissel af met wandelen, fietsen of enkele stabilisatie-oefeningen op de mat terwijl je op TV naar de laatste corona-updates kijkt. Of je doet die oefeningen in real time met een virtuele groepstraining van Fitter&Fitter. Ook op YouTube is er inspiratie voor transpiratie met hopen te vinden.
5. Rome is ook niet op één dag gebouwd.
Naar verluidt werd ze wel platgebrand op één dag, maar zo marcheert het niet in het menselijk lichaam. Wie ooit met een fiets heeft leren rijden, verleert dat nooit meer. Idem voor tennis en alle andere technische vaardigheden. Het is veel minder bekend, maar het geldt zelfs voor fysieke eigenschappen. Wielerfanaten en langeafstandslopers zweren vaak bij ‘kilometers’, doch veelal ten onrechte. Uit eigen onderzoek van enkele zomers geleden, dat we jammer genoeg nog niet konden publiceren, weten we dat je ook uithouding over de jaren heen opbouwt. Hieronder zie je dat de aërobe en anaërobe drempel (een maat voor iemands uithouding) hoger komen te liggen naarmate iemand meer jaren op zijn teller heeft. Dit resultaat is zelfs onafhankelijk van het aantal uren sportbeoefening in de voorafgaande 3 maanden (acuut vs. chronisch effect van duursportbeoefening). Iets wat je jarenlang hebt opgebouwd ben je ook niet kwijt op 1-2-3.
Een zekere deconditionering zal er zelfs voor zorgen dat je op andere momenten des te meer uit je mogelijkheden zal kunnen halen. Dat is het verhaal van de bladeren aan de bomen en de landbouwer die ook regelmatig een ander gewas op zijn grond moet zetten, om te voorkomen dat er niets meer uitkomt.
“De tijd dat je ertussenuit bent is ook de tijd dat je moet rekenen om terug op niveau te komen”, zo zegt men wel eens. Als je als zwemmer nu 3 weken niet kan trainen, dan moet je rekenen dat het ook weer 3 weken duurt alvorens je het goede gevoel van voorheen weer te pakken hebt. Dit is uiteraard, net als alle andere vuistregels waarvan de trainingshandboeken bol staan, zeer relatief. En ik ga ook niet beweren dat het een ideaal scenario is, maar zelfs Olympiërs hoeven niet meteen te panikeren: het zou niet de eerste atleet zijn die sterker terugkeert uit een om godweetwelke reden gedwongen rustperiode.
6. If life gives you lemons, make lemonade.
Als het leven je zure citroenen geeft, dan moet je er zoete limonade van maken. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar een nobel en nastrevenswaardig doel voor iedereen, in alle tijden, ook in deze ambetante omstandigheden. Op het eerste gezicht ‘slechte’ omstandigheden ombuigen in je voordeel, dat is waar ‘de atleten van het leven’ zich onderscheiden van de rest. Aan dit ‘overlevings- of serendipiteitstalent’, aan deze inner athletes, heb ik een groot deel van het vierde hoofdstuk in mijn boek gewijd. “It ain’t about how hard you can hit, but about how hard you can get hit AND keep moving forward”, dixit Rocky in één van zijn films.
Van de nood een deugd maken is de (levens)kunst: verre van evident, maar wel hetgeen waarvoor we allemaal moeten gaan, allemaal in moeten geloven, maar onszelf ook rustig de tijd voor geven.
Misschien kan jij als atleet wel gebruik maken van de quarantaine om te werken aan je zwakke schakels. Misschien die saaie stabilisatie-oefeningen, waarvoor je anders nooit tijd ‘vindt’. Misschien uithouding, kracht, snelheid of lenigheid voor de clubtennisser.
7. Know your why.
Corona dwingt ons even ‘back to basics’. En willens nillens, voor velen, incl. ondergetekende, tot zelfs veel minder dan dat: minder sportfaciliteiten, minder inkomen, minder sociaal contact, minder van alles. Nadat we ons voor de zoveelste keer heruitgevonden zullen hebben, zal het allicht kansen geschapen hebben, maar simpel en plezant is anders. Onnozel gaan we daarover niet doen. Op zo’n moment worden we gedwongen om eens terug te buigen op onze missie: why did we start? Waarom zijn we eraan begonnen? Waarom doe ik deze sport? Waarom doe ik überhaupt aan sport? Is die geplande marathon essentieel? Zijn die wedstrijden existentieel? Ja en neen. Competitie is eigen aan de mensheid, topsport vervult ons verlangen om dichter bij de goden te komen, doet ons dromen van onsterfelijkheid. Een maatschappij zonder topsport en competitie is ondenkbaar en dood. Maar er is iets wat bijna alle sportliefhebbers, groot en klein, delen: het plezier van te bewegen, van de longen eens open te zetten, van je eens flink uit te leven, van te ‘ravotten’. Fun is fun-damental. Ga dezer dagen zeker en vast ook eens op zoek naar het kind dat altijd in jou aanwezig is gebleven !
8. Coaches, dit is je moment !
Eddy Vinckier, voormalig coach van Gella Vandecaveye, zei ooit: “als het slecht gaat, moet je er als coach staan voor je atleten; op het podium kunnen ze wel alleen stappen.” Welnu, beste collega-coaches, dit is onze kans om te tonen dat we het predikaat waardig zijn !
Ondertussen mogen wij natuurlijk wel alle trainingsschema’s aanpassen, is dat een hoop extra en onbetaald werk, is het nog eens extra moeilijk om invulling te geven aan die schema’s, omdat we niet weten waar we naartoe mogen werken, en dat terwijl we onszelf ook nog eens moeten heruitvinden en het hoofd boven water houden.
Iedereen weet echter dat het nu niet op één dag steekt, en dit is dus ook een kans om je atleten een beetje zelfstandigheid bij te brengen. Op een wedstrijd kan je hen ook niet bij het handje houden. Niemand heeft een pasklaar antwoord, niemand weet hoe lang één en ander gaat evolueren, ook trainers niet.
9. De koers wordt gewonnen in bed.
Dit weten flandriens, de dappersten aller Galliërs, als geen ander. Deze periode is ook een kans voor velen om eens bij te slapen en bij te tanken aan wat velen onder ons vaak te weinig hebben of proberen te skippen, in onze honger om het onderste uit de kan te halen. We willen immers twee volledige triatlons per jaar doen met liefst evenveel buitenlandse trainingsstages, naast een gezin met minstens zoveel kinderen en een job van 60 uur per week om ons die levensstijl te kunnen aanmeten.
Tijdens de rustfases wordt het lichaam echter sterker: dat is het trainingsprincipe van de supercompensatie. Nachtrust en dutjes zijn stukken effectiever dan recovery shakes en compressiekousen en alle andere herstelstrategieën tesamen om blessures te voorkomen. En er zullen andere mensen zijn die dat beter kunnen onderbouwen dan ik, maar ik denk dat iedereen zal beamen dat slaap heilzaam is om onze roze bril te bewaren, niet ziek te worden en dat het onze creativiteit ten goede komt.
10. Respecteer de spelregels maar denk out of the box.
Creativiteit is wat we méér dan ooit nodig hebben, zelfs zonder corona. Auteur en psychologe Elke Geraerts pleit in haar bestsellers voor investering in ‘verbeeldingskracht en mentale lenigheid’. Door corona zijn de spelregels veranderd, maar dat kan voor ons, sportliefhebbers, geen probleem zijn. Daarin zijn wij ‘getraind’. Op het voetbal- en het tennisveld is dat dagelijkse kost: we maken het terreintje kleiner, we oefenen met minder of juist méér spelers, we verhogen de complexiteit door met méérdere ballen tegelijkertijd te spelen, of we laten doelpunten dubbel tellen als er met het hoofd gescoord wordt. En binnen die spelregels mag en kan alles: je mag je raket in je andere hand houden, je mag op je handen lopen, je mag op één been gaan hinken of gekke bekken trekken om je tegenstander uit het lood te slaan. Creativity is our second name. Laat die virussen maar komen.
Succes ! And if at first you don’t succeed, redefine success.
Collegiale en sportieve groeten !
Karel