Beste Vrienden,
'Talent' is waarschijnlijk het meest misbruikte woord als het over sport gaat. Heeft Cristiano Ronaldo veel talent? Is Roger Federer een geboren kampioen? Want daar gaat het over: 'aangeboren eigenschappen'. Wijlen Mon Van den Eynde, trainer van oa. Ivo Van Damme, zei dat ook de wil om hard te willen werken op training een 'talent' is. Patience, persistence and perspiration are an unbeatable combination for success, dixit Napoleon Hill (auteur van oa. Think and grow rich, één van de meest verkochte boeken aller tijden).
Er is nochtans veel te doen rond 'talentdetectie' en 'talentselectie'. Elke sportfederatie die zichzelf au sérieux neemt, heeft hieromtrent wel een programma. De - al dan niet reeds ter ziele gegane - topsportscholen draaiden errond. (Ook) ik sta sceptisch. We mogen alle sporten niet over dezelfde kam scheren, maar internationaal sportief succes - als volwassene - is van zoveel factoren afhankelijk dat detectie- en selectiemethodes bijna systematisch tekort schieten. Tenzij die 'selectie' een 'selectie' tussen aanhalingstekens is en dus relatief breed. Jongens of meisjes die tot de allerbesten behoren op hun 12 zijn zelden nog bij de allerbesten op 20 jaar; in mijn ervaring, in uiteenlopende sporten, zijn dat de uitzonderingen die de regel bevestigen.
Ik wil graag twee anecdotes kwijt over 'nature and nurture'. De eerste is een persoonlijke. Ikzelf was een verdienstelijk triatleet (op nationaal niveau kon ik 10 jaar geleden mijn man staan), ik heb een nonkel (broer van mijn vader) die 100 marathons gelopen heeft en als 'master' meerdere wereldtitels ultralopen verzamelde, een andere nonkel (andere broer) speelde volleybal in eredivisie, en ik heb ook een tante (zus van mijn vader) die in de jaren '80 als eerste Belgische onder de 2u30' op de marathon bleef (en de zoon van die tante, mijn neef dus, is momenteel wereldtop in het mountainbiken). Ik zeg u nochtans: de Pardaensen hebben geen talent. Langs vaderszijde werd echter 'de eerste zijn' zeer hoog in het vaandel gedragen. Ook mijn eigen vader kreeg op zijn 18de een koersfiets omdat hij 'primus perpetuus' was (in de middelbare school 6 jaar op rij de beste van de klas); mijn grootouders hadden het nochtans niet breed. Aan de kant van mijn moeder hebben ze een pak méér in huis: ze zijn allemaal groot (een voorwaarde voor succes in de meeste sporten), en ik heb mijn neef ondertussen ook al eens mogen testen: de pannen van het dak fietsen zonder training, dat is pas talent. Langs moederszijde kiezen ze er echter voor om hun creatieve 'talenten' te ontplooien, in alle vormen van kunst. Het ene is niet beter dan het andere.
De tweede anecdote is ook niet ver van huis. In Leuven is een winkel die sinds 25 jaar bijna - en terecht - een begrip is: Running Center. Beide zoons behoren tot de nationale top in het langeafstandslopen; hun vader of moeder waren dat nochtans niet. Toeval? En wij leerden nog niet eens zo lang geleden dat een hoge VO2max, voorwaarde voor succes in duursporten, slechts voor 20% trainbaar was. Wetenschap en topsport, het zal altijd een 'relatieve relatie' zijn.
Winners find a way, losers an excuse, zei ik gisteren tegen mijn basketter, toen de hemelsluizen voor de zoveelste keer opengingen en we onze snelheidstraining onder een schraal afdak langs de oevers van de Dijle moesten vervolgen (cfr. supra). Hij beaamde: hard work beats talent, if talent fails to work hard. En als je er altijd bent, altijd op tijd, altijd met je beste been, en zelfs een trainingsdagboek wil bijhouden, dan verdien je ook m.i. een plaats bij de 20 beste universitaire basketteams van de US.
Met sportieve groeten,
Karel
#TrainHardButSmart